Volgens psychologe Aletha Solter, Ph.D. zijn er verschillende manieren om grenzen te stellen zonder time-outs, belonen, aanprijzen of zelfverzonnen consequenties.
Deze positieve manier van opvoeden werkt bij veel kinderen goed, en zorgt er voor dat je kind ook gaat begrijpen waarom bepaalde grenzen bestaan.
Bij deze een samenvatting van een aantal interviews die Solter gaf, die ons kunnen helpen om liefdevol grenzen te stellen.
1. FYSIEKE GRENZEN STELLEN
Baby’s beginnen pas een beetje regels te begrijpen rond 21 maanden. Voor die tijd kun je je zelf eindeloos blijven herhalen. Tot die tijd, maar ook er na, kun je dus fysieke grenzen stellen door gevaarlijke en breekbare spullen buiten het bereik van kinderen te houden. Het voordeel is dan dat we niet de hele dag “nee” hoeven te roepen als ons kind op verkenning gaat. Dat is voor ons ouders minder frustrerend en voor ons kind heeft het het voordeel dat ze het verkennen van de wereld niet op geven omdat het steeds weer verboden is.
Maar dat geldt bijvoorbeeld ook voor oudere kinderen die steeds snoep pakken zonder te vragen of bij wie het op een andere manier niet ‘inslijt’ dat sommige dingen niet mogen of niet de bedoeling zijn.
Aletha Solter zegt hierover: “Op deze manier hoef je niet heel veel nee te zeggen. Door het verminderen van het aantal situaties waarin je moet nee zeggen, kun je het probleem tot op zekere hoogte voorkomen.”
2. COMMUNICEREN & GRENZEN STELLEN
Thomas Gordon spreekt over hoe we een grens kunnen communiceren met een ik-boodschap in plaats van een jij-boodschap: “Ik wil graag dat je van het trappetje af gaat, want als je zo op het trappetje bij het gasfornuis staat, kan ik er niet goed bij om te koken en ben ik ook bang dat ik jou per ongeluk met een hete pan aan stoot.” Dit geeft informatie over waarom je een grens aan geeft.
Gordon zegt hierover: “Wanneer ouders Ik-boodschappen beginnen te gebruiken, merken ze niet alleen veranderingen op in hun kinderen; ze voelen ook een belangrijke verandering in zichzelf. Ik-boodschappen hebben een bevrijdend effect: ze helpen je gevoelens tot uiting te brengen in plaats van ze op te kroppen.”
Natuurlijk is het slim om daarbij te kijken wat je kind aan ‘gesproken instructies’ aan kan. Soms is het juist slim om niet te veel woorden te gebruiken – dus kijk daarbij ook naar wat aan sluit bij hoe jouw kind informatie verwerkt.
3. SPELEN OM GRENZEN TE STELLEN
Ook met spel kun je grenzen communiceren! Maak er een grapje van. Bedenk iets geks. Het hoeft niet altijd op een serieuze manier, om de boodschap aan te laten komen. Kinderen leren net als wij, beter wanneer ze zich blij en gelukkig voelen dan wanneer ze zich angstig voelen.
Aletha Solter schrijft: “Spel leert je om grenzen te stellen op een manier die je kinderen inspireert om samen te werken in plaats van te rebelleren.”
4. SAMEN DE REGELS EN GRENZEN STELLEN
Betrek je je kind bij het vinden van oplossingen en het opstellen van de regels in huis? Samen regels bedenken en kijken wat voor iedereen werkt, kan alle familieleden veel voldoening geven. Het verhoogt ook de kans dat de regels nageleefd worden en dat jij dus minder politie-agent hoeft te spelen. Samen oplossingen bedenken. Dit is vooral ook heel helpend bij kinderen die heel erg veel behoefte hebben aan eigen regie of die in het PDA profiel vallen.
5. LIEFDEVOLLE GRENZEN STELLEN
Een liefdevolle grens is, wanneer je een grens stelt in combinatie met empathie, die ruimte geeft voor de emoties die er boven komen bij een kind. Juist door emotionele verwerking, kan er ruimte komen voor acceptatie en begrip van grenzen.
(Meer weten over liefdevol grenzen stellen? Lees er meer over op de website van Chris Muller.)
Hoe stel jij grenzen bij jouw kind?